Ecologische entree tot Amsterdam

De onderdoorgang Haarlemmervaart vormt een belangrijke schakel in de ecologische verbinding tussen de gebieden ten oosten en westen van Sloterdijk.
Vanuit het Pilotproject groene onderdoorgangen werden wij door de gemeente Amsterdam gevraagd creatieve groene oplossingen voor onderdoorgangen te bedenken en deze te verwezenlijken in een ontwerp voor de onderdoorgang Haarlemmervaart. Uiteindelijk doel: het verminderen van de bestaande barrièrewerking van deze onderdoorgang als ecologische verbinding.

Een ecologische verbinding is bijna nooit zichtbaar en een onderdoorgang vaak donker en onaangenaam. Wij maakten een ontwerp waarbij de typische karakteristiek van een onderdoorgang werd gebruikt om een unieke en aangename plek te maken.
Met het ontwerp voor de onderdoorgang Haarlemmervaart ontwierpen we de ontbrekende schakel in de ecologische verbinding en gaven we direct betekenis aan de plek door ecologie ín de spotlights’ te zetten.

Een ‘ecologische module’, zo kan het ontwerp voor de onderdoorgang het best omschreven worden.
Voor de inrichting van de onderdoorgang is gezocht naar een krachtig en eenduidig ontwerp waarin functionaliteit en esthetiek gecombineerd zijn.
Met andere woorden: een ontwerp wat een ecologische meerwaarde heeft en er ook nog eens goed uitziet.

Een permanent verlichte wand van Corten-staal vormt het uithangbord voor dieren en platen. In deze wand zijn nestkasten en plantenbakken uitgespaard. In de avond markeren kleurrijke spots de entree tot Amsterdam. Overdag zorgt assimlisatieverlichting voor voldoende intensiteit om schaduwminnende planten te kunnen laten groeien.

De staalconstructie is zelfdragend uitgevoerd. Als steunpunten fungeren de bestaande peilers van de onderdoorgang zelf.

Ecologie
De onderdoorgang Haarlemmervaart is smal en stenig. Voor een ecologische verbinding (in dit geval voor dieren tot de grootte van vos) was in beperkte mate plaats. Omdat de verbinding smal is, is gezocht naar een inrichting die niet te veel een barriere an sich is, maar wel voldoende schuilmogelijkheden biedt.

De meeste dieren zijn direct of indirect afhankelijk van planten. Planten leveren voedsel (plantendelen, nectar), nestgelegenheid (struiken, holten), schuil- en overwinteringsmogelijkheden. Voor een goede verbinding van de beide zijden van de A10 is er daarom beplanting in de onderdoorgang ontwikkeld; een smalle droge verbinding met grassen, ruigte en lage beplanting (voor oa insecten en kleine zoogdieren) en de oever van de Haarlemmervaart als natte verbinding (amfibieën en vissen) en een groene wand voor vogels en vleermuizen.

Voorwaarden
Voorwaarde voor ontwikkeling van planten zijn een goede bodem, water en licht. Deze voorwaarden waren echter niet of in minimale mate aanwezig en zijn als onderdeel van het ontwerp in ruime mate geschapen.

Bodem

De eigenschappen van een bodem worden bepaald door een aantal factoren als voedselrijkdom, vochttoestand en zuurgraad. Vanuit ecologie wordt er gestreefd naar ontwikkeling van een begroeiing die aansluit bij de bodemsituatie. Dat wil zeggen dat er wordt uitgegaan van de soorten die zich spontaan kunnen vestigen en zich kunnen handhaven op de langere termijn. In de onderdoorgang is de natuurlijke ondergrond verstoord. Om het gewenste vegetatie te verkrijgen is de bodem verbeterd.

Licht
Voor de groei van planten, is fotosynthese nodig, waarbij anorganische stoffen worden omgezet in organische stoffen. Hiervoor is licht noodzakelijk.
De hoeveelheid aanwezig licht in de onderdoorgang neemt sterk af naarmate je verder naar binnen loopt. De intensiteit van het licht wordt gemeten in umol/m2. Een open plek in het bos vangt gemiddeld zo’n 70 umol/m2. Hier groeit nog net wat gras en mos.
Ter vergelijk: direct aan de wand op een hoogte van 40cm. is de lichtintensiteit in de onderdoorgang nog geen 10 umol/m2. Om hier beplanting te kunnen laten groeien is dus extra licht nodig.
Gekozen is voor een unieke oplossing: assimilatieverlichting.

Met het plaatsen van een aantal schijnwerpers richting de noordwand van de onderdoorgang is een verlichtingsniveau gehaald worden van 40 umol/m2. Om dat hier sprake is van een continue intensiteit, en niet een variabele zoals bij daglicht, is dit genoeg voor het laten groeien van schaduwminnende soorten.

De assimilatieverlichting brandt overdag om op deze manier de natuurlijke situatie zoveel mogelijk na te bootsen. In de avonduren wordt de verlichting met een tijdschakelklok gedimd en wordt de wand esthetisch belicht. ‘s Nachts is de verlichting uit ten behoeve van dieren die zich in het donker verplaatsen.

Water
Door de aanwezige wegen langs de onderdoorgang is grondwater voor de groei van planten te zout. Bovendien heeft de beplanting aan grondwater alleen niet voldoende omdat de zandige bovenlaag snel uitdroogt. Om groei te garanderen is een beregeningsysteem toegepast. Hiervoor wordt voedselrijk water uit de Haarlemmervaart gehaald waardoor bemesting overbodig is.

Comments are closed.