Het is alleen zo jammer dat de wereld zo ingewikkeld is. Maar wil je minder CO2 dan is er echter maar één goede oplossing.

Ooit wel eens gehoord van de Jevons-paradox? Deze paradox, omschreven door de Britse filosoof William Jevons, gaat uit van het ogenschijnlijk vreemde gegeven dat gebruik toeneemt naar aanleiding van een stap in efficiëntie. Neem bijvoorbeeld de uitvinding van de verbrandingsmotor. Deze leidde tot sneller en dus efficiënter transport maar niet tot minder voertuigen. Integendeel.

Hetzelfde gebeurt met het vervangen van de traditionele gloeilamp. We hebben door het gevoel van besparen meer lampen in huis dan ooit; led-strips, led-kerstbomen, led-sterren-plafonds, telefoons met led-schermen en led-flitslampjes.

En dit effect gaat straks ook plaatsvinden in de transitie van fossiele brandstoffen naar groene energie. De CO2-vrije auto heeft ons straks zo in de greep dat deze gegarandeerd gaat leiden tot een enorme revolutie in mobiliteit. Zeker als daarbij komt dat we ons autonoom laten rijden. We kunnen daardoor immers efficiënter en meer werken.

Een tijdje terug kwam er eindelijk een studie beschikbaar die aantoonde dat EV’s of elektrische voertuigen toch echt minder CO2 uitstoten dan de gemiddelde diesel. Maar gezien de te verwachten Jevons-paradox maakt het ook eigenlijk allemaal niet uit. Uiteindelijk zullen we weer meer energie gaan gebruiken en meer CO2 gaan uitstoten door onze drang naar mobiliteit. Of is het de drang naar meer?

De makers van de Tesla bewijzen het met hun product overduidelijk. Waarom zou je in hemelsnaam een elektrische gezinsauto maken die in 2.5 seconden naar de 100 km/u sprint? Waarschijnlijk om aan te tonen dat snel (of stoer) prima samen kan met duurzaam. Hierbij wordt minder gelet op het energieverbruik, want toch goed bezig. Precies! De Jevons-paradox.

Ik betwijfel of wij als mensheid echt in staat zijn om ons energieverbruik zo efficiënt te maken dat er een natuurlijke balans ontstaat. Dat onze uitstoot van CO2 maar ook die van koolwaterstoffen, fijnstof, etc. zo wordt beperkt dat deze nauwelijks invloed heeft op onze leefomgeving.

Niet omdat we het niet kunnen. Maar wel omdat we blijven geloven dat innovatie vooruitgang betekent.

In mijn ogen, als die van landschapsarchitect, heeft deze veelal technologische vooruitgang met name verwijdering tot gevolg. Het verliezen van verbondenheid.

Om maar een paar voorbeelden te noemen;

Hoe verder je vakantie hoe beter je verhaal.
We hebben honderden vrienden online maar wie woont er in de straat?
We eten het hele jaar het zelfde fruit uit Chili maar weten niet wanneer er appels te koop zijn bij de boer.
We rijden op de TomTom door Europa maar kennen maar een paar straatnamen in de stad.

Maar is er dan wel een oplossing voor die voortdurende honger naar meer? Is er een kans om efficiënter te worden en tegelijkertijd minder te vragen?

Laat ik op zijn minst zeggen dat ik heilig geloof in een wereld die minder zoekt naar technologische vernieuwing en vooruitgang maar meer in begrijpen van wat er al is, voor je neus, in je straat, om de hoek. Meer een soort ecologische intelligentie. Innovatie is ook begrijpen van water er al is. Het is namelijk allemaal al bedacht. In miljarden jaren evolutie.

Bij deze gedachte hoort ook vertragen. De tijd nemen om de buitenwereld in je op te nemen en te leren begrijpen. Probeer het eens; van 100% naar 0 in 2.5 seconden (gratis ook nog). Want vertragen betekent minderen en aanpassen. Als het op de camping kan kan het thuis ook.

Dat klinkt als gepraat van je opa. Maar die had dan waarschijnlijk ook al gewoon gelijk.

Comments are closed.